Betekenis 'paar'

Je hebt gezocht op het woord: paar.

1paar (het; o; meervoud: paren) 1twee bij elkaar horende mensen, dieren, zaken 2paar (telwoord) 1een stuk of wat; = enige: een paar huizen pa·ren (paarde, heeft gepaard) 1twee aan twee rangschikken2samenvoegen: hij paarde ijver aan nauwgezetheid3(van dieren, mensen) samenkomen om zich voort te planten

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.