Bewindslieden als enkelvoud?

Wat is juist?
Het woord bewindslieden heeft een enkelvoud.

Antwoord
Nee, bewindslied is geen goed Nederlands. Gebruik bewindspersoon, bewindsman, bewindsvrouw, minister of staatssecretaris.

Uitleg
Ooit, tijdens een geschiedeniscollege, sprak de docent de volgende woorden: 'Het waren moeilijke tijden. Het was een bewindslied van de ARP die als eerste ingreep.' In de zaal klonk wat besmuikt gegniffel. De docent was iemand die Nederlands als tweede taal sprak. Hij deed dat trouwens bijna perfect. Bijna.

Bewindslied is een taalfout – zij het ook een bijzonder poëtische. Het woord bewindslieden heeft namelijk geen enkelvoud; één bewindslied bestaat niet. Daarin staat bewindslieden niet alleen. Er zijn meer woorden die alleen in het meervoud voorkomen. Hurken bijvoorbeeld. Op één hurk kun je niet zitten. En als je maar één financie hebt ben je, behalve berooid, taalkundig niet goed bezig.

Bewindslieden is een overkoepelende term voor ministers en staatssecretarissen van verschillende geslachten. Een goed alternatief voor het enkelvoud is bewindspersoon. Als een overkoepelende term niet nodig is, kun je beter de precieze term gebruiken, dus bijvoorbeeld minister of bewindsvrouw.


Voorbeelden
Alle bewindslieden hebben hun portefeuille ter beschikking gesteld.
Eén bewindspersoon onthield zich van stemming.
Als bewindsvrouw boekte ze belangrijke resultaten.
Het kabinet kent twee staatssecretarissen voor Financiën.

 

Vorig artikel
Volgend artikel

Gerelateerde artikelen