Het maken van woordenboeken is leuk, maar niet altijd eenvoudig. De betekenis van een woord lijkt vaak op het eerste gezicht wel duidelijk. Als we het gebruiken, denken we van elkaar te weten waarover we het hebben. Maar is dat ook zo?

'Miljonair' is zo'n woord. Volgens NRC Handelsblad van 21 mei 2015 is het aantal Nederlandse miljonairs in 2014 met 6000 toegenomen. Daarmee weten we eigenlijk nog niet zo veel. Want wat moet een miljonair precies bezitten? Een miljoen euro? Of zijn dollars ook goed? Of Japanse yens? Wat betekende destijds de overgang naar de euro voor het aantal miljonairs? En, als je het over de munteenheid al eens mocht zijn, welke vermogensbestanddelen tel je dan precies mee? Alleen spaargeld en effecten? Of ook het eigen huis? Het opgebouwde pensioen zelfs?

In een woordenboek zul je het antwoord op zulke vragen niet vinden. Het Van Dale Groot woordenboek hedendaags Nederland omschrijft een miljonair als 'iem. die een of meer miljoenen aan geld bezit'. Dat is aan de ene kant misschien onbevredigend, maar anderzijds moet je er ook niet aan denken dat het woordenboek per munteenheid zou beschrijven hoeveel je ervan moet bezitten om jezelf miljonair te mogen noemen, en of pensioenrechten er nu wel of niet bij horen. Dat zou een wel erg onhanteerbaar woordenboek opleveren. Van Dale houdt zich daarom bewust enigszins op de vlakte en laat het cijferwerk achter de komma graag aan financiële experts over. Daarbij op de koop toe nemend dat er in Japan volgens de woordenboekdefinitie strikt genomen een slordige 80 miljoen miljonairs wonen.