Heel Holland is Hip and Happening
‘So you think you can brokjes eten’ hoorde uw culinaire taalchroniqueur medio 2015 vanuit zijn keuken, waar twee hongerige katten vermoedelijk al enige minuten de benen van dochterlief aan het opvrijen waren: honger!
Toeval of niet, maar op dezelfde dag bleek een regionale krant nogal onder de indruk te zijn van de act ‘So you think you can vogelspot’ van het cabaretduo Plien en Bianca. En dat terwijl eerder die week nog in de bladen stond dat het volstrekt onzeker is of de tv-show So You Think You Can Dance, door ingewijden SYTYCD genoemd, nog wel een lang leven beschoren is.
In het Engels is ‘So you think you can ...’ al langer productief, maar in onze taal waren kolderieke combinaties als ‘So you think you can vogelspot’ nog tamelijk ongewoon. Daar kwam in 2015 verandering in. Geen wonder, want het is een succesformule voor cabaretiers, komedianten en andere lachwekkende types: combineer een deel van een Engelstalige titel met een beetje Nederlands (‘So you think you can spellen’) en je krijgt geheid de lachers op je hand.
Het komt vaker voor dat titels van succesvolle tv-programma’s aan de basis liggen van toespelingen. Mede naar analogie van de allitererende titel Heel Holland Helpt is de informele formulering ‘Heel Holland ...’ een productieve ‘titelsplinter’ geworden, getuige latere programmatitels als Heel Holland Zorgt en natuurlijk Heel Holland Bakt. In het boekenvak en op internet en Facebook laat deze trend overigens ook sporen na met titels als Heel Holland Googelt en Heel Holland kleurt, internetpagina’s als www.heelhollandfotografeert.nl en Facebookpagina’s als www.facebook.com/heelhollandhaakt.
Puristen ergeren zich daar trouwens weleens aan, aan titels die beginnen met ‘Heel Holland ...’. Groningers en Twenten, Friezen en Limburgers bijvoorbeeld, ze zeggen maar wat graag dat ze niet in Holland maar in Nederland wonen. Gelijk hebben ze. Maar in de volksmond is Holland wel al sinds mensenheugenis een volwaardig synoniem van Nederland, en ‘Heel Holland ...’ allitereert natuurlijk wel een stuk beter dan ‘Heel Nederland ...’.
In het kader van de bloeddrukbeheersing kunnen mensen uit de buitenprovincies zich er misschien maar beter bij neerleggen dat ook zij in Holland wonen, al weten ze in hun hart wel beter. En overigens laten buitenprovincialen zich door de overweging dat zij in Nederland en dus niet in Noord- of Zuid-Holland wonen niet weerhouden van deelname aan zo’n Heel Holland ...-programma. In 2015 was bijvoorbeeld de winnares van Heel Holland Bakt afkomstig uit Groningen. Toch zijn er de laatste tijd ook wel wat politiek correcte varianten op de gewraakte Heel Holland ...-titels, zoals het tv-programma Heel Nederland kijkt sterren en de fietscampagne ‘Heel Nederland Fietst’.
Elk seizoen breidt Heel Holland Bakt onze culinaire terminologie wel met minstens één woord uit. In 2015 was dé culinaire vakterm van het jaar afslappen. Weliswaar is afslappen geen nieuw woord, maar tot 2015 was het een vakterm, die door het beperkte gebruiksdomein dan ook niet in de Dikke Van Dale stond. Maar dankzij Heel Holland Bakt is daar verandering in gekomen; elke aflevering werd er afgeslapt dat het een lieve lust was. Van Dale kan er dan ook eigenlijk niet meer omheen het woordenboek uit te breiden met het werkwoord afslappen in de betekenis ‘(een mengsel) een betere consistentie gevendoor het toevoegen van een vloeistof’.
Heel Nederland mag dan bakken, maar koken, braden, grillen, roosteren, stomen en frituren zijn natuurlijk ook nog steeds populaire handelingen in de keuken. En niet alleen in Nederland, maar ook in België. Net zoals de mode van jaar tot jaar verschilt, zijn er vandaag de dag ook jaarlijkse voedseltrends. Een culinair tijdschrift als Jamie Magazine voorspelde zelfs al in december 2014 wat de ‘foodtrends’ in 2015 zouden worden. Wat vooral opvalt, is dat de gastronomische vaktaal, die tot voor kort grotendeels van Franse origine was, wel errug Engelstalig is geworden met culinaire kreten als eat clean! en love food, don’t waste it. Veel van die Engelse termen hebben in feite een hoog overbodigheidsgehalte: wat in het moderne culilingo urban farming heet, noemden onze hippieouders in de jaren zestig gewoon stadstuinieren, en wat anno 2015 foodsharing heet, was vroeger het spreekwoordelijke kopje suiker van de buren: ‘Buuf, kom gerust een kopje suiker lenen’.
Maar er is een lichtpuntje: 2015 werd volgens Jamie Magazine ook het jaar waarin we afscheid namen van een Engelse term: vergeet superfood. Supervoedsel is namelijk zó 2014. Açaibessen, gojibessen, incabessen – u mag ze voortaan dus vervangen door aalbessen en blauwe bessen, het liefst uit eigen (stads)tuin.
Dit is een artikel uit het boek Taal in 2015.