Tien tongbrekers
Vraag in het buitenland wat de moeilijkste Nederlandse klank is, en je krijgt ongetwijfeld een schurend gerasp te horen: de harde ggggg is over de hele wereld berucht. Maar wat vinden Nederlanders zelf eigenlijk moeilijk uit te spreken? Genootschap Onze Taal organiseerde in 2015 een verkiezing van het moeilijkste Nederlandse woord, resulterend in een struikelwoorden-top tien. Wat maakt deze woorden zo moeilijk?
1. meteorologisch | 6. munitie | ||
2. defibrilleren | 7. cholesterol | ||
3. bavarois | 8. identiteit | ||
4. uil | 9. nieuws | ||
5. aluminium | 10. industrieel |
Lijkende letters
In de top tien speelt deze struikelfactor inderdaad een rol, bijvoorbeeld bij de winnaar. In meteorologisch staan een r en een l vlak bij elkaar. Bovendien komt tussen de e en de o een ongeschreven j-klank (‘metejorologisch’) – voel maar wat je tong doet als je het woord voorleest. De j, de r en de l zijn approximanten: klanken waarbij je met je tong je mondholte vernauwt, maar niet helemaal afsluit. Drie approximanten vlak na elkaar, dat is een echte tongbreker. Hetzelfde geldt voor defibrilleren en cholesterol. Minstens zo lastig zijn munitie en aluminium, waarin behalve u’s en i’s (die maak je op dezelfde plek in je mond) ook nog eens m’en en n’en elkaar afwisselen. Bavarois spreek je uit als ‘bavrwah’ – een v en een w vlak na elkaar, dat is weer lastig. En in identiteit zijn het de d en de t die op elkaar lijken. Omdat er voor de t een n staat, hebben sprekers de neiging om er bij de d ook een toe te voegen: ‘indentiteit’.
Bij sommige struikelwoorden zit de moeilijkheid in een specifieke klankcombinatie. Neem bijvoorbeeld de nummer tien, industrieel. Ook in dat woord komt een j tussen de botsende klinkers. In andere woorden op -ieel versmelt die j met de i ervoor: financieel klinkt niet als ‘finansiejeel’, maar als ‘finansjeel’. Bij industrieel willen sprekers dat ook doen, maar de opeenvolging strj lukt niet. Het is tenslotte Nederlands, geen Russisch.
Een andere klankcombinatie die problemen geeft, is de opeenvolging van een klinker en een r of l. Wanneer die naast elkaar staan, verandert de klinker van kleur. Vergelijk maar beek met beer: de r zorgt voor een ander klinkergeluid. De dubbelklinkers au, ij en ui kunnen überhaupt niet voor een r staan; er zijn geen woorden die eindigen op -aur, -ijr of -uir. Ze kunnen wel voor een l staan, maar van harte gaat dat niet: Paul, pijl en uil (nummer 4) zijn allemaal moeilijk. Waarom nieuws zo lastig is, daar zijn de wetenschappers
Dit is een artikel uit het boek Taal in 2015.
Sterre Leufkens studeerde Taalwetenschap en onderzoekt aan de Universiteit van Utrecht de vorm van idiomen in verschillende Nederlandse dialecten. Zij is mede-oprichter en -auteur van het taalblog De Taalpassie van Milfje. Behalve blogs schrijft zij ook artikelen en boeken over taal en taalkundig onderzoek.