Vraag: 

Wat is juist: gele truidrager of geletruidrager? 

Antwoord:

Juist is: geletruidrager. Een streepje mag eventueel ook: gele-truidrager. 

Uitleg:

Het Nederlands kent een spellingregel die zegt dat driedelige samenstellingen van het type verbogen bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord + zelfstandig naamwoord aan elkaar worden geschreven. Dat is zo omdat het verbogen bijvoeglijk naamwoord (gele) iets zegt over het zelfstandig naamwoord (trui) dat er direct op volgt en deze woorden dus bij elkaar horen. In de spelling laat je dat zien door ze aan elkaar te schrijven: geletruidrager. Een gele truidrager is een truidrager die geel is, bijvoorbeeld door hepatitis of andere vormen van leverinsufficiëntie, maar dat is hier natuurlijk niet bedoeld.

Samenstellingen met dit patroon komen vaak voor: langeafstandsloper, hogesnelheidstrein, socialeverzekeringswet, lieveheersbeestje. Schrijf ze dus altijd als één woord. Maar als je vindt dat zo’n lang woord lastig te lezen is, mag je wel een streepje zetten tussen het eerste en het tweede deel: gele-truidrager. Verplicht is zo’n streepje echter niet.