Wie was de Sluise schoolmeester Johan Hendrik van Dale (1828-1872)?

Al snel na het verschijnen van de moeder aller Dikke Van Dales, het Nieuw Woordenboek der Nederlandsche taal van de neven Calisch en Calisch (bij uitgeverij Campagne te Tiel), werd duidelijk dat het woordenboek geflopt was. Uitgeverij Campagne bleef achter met een kater en veilde begin 1867 de rechten van het Nieuw Woordenboek der Nederlandsche taal en de onverkochte exemplaren van het woordenboek. Uitgever D.A. Thieme kocht de rechten, mede namens zijn collega’s Sijthoff en Nijhoff, en gaf in juli van datzelfde jaar de Sluise schoolmeester Johan Hendrik van Dale (1828-1872) de opdracht het woordenboek niet alleen in de nieuwe spelling om te zetten, maar ook te herschrijven, aan te vullen en te actualiseren. Van Dale had, onder meer als auteur van een Taalkundig Handboekje, op dat moment al een zekere reputatie in de taalbeschrijving.

 

Johan Hendrik van Dale ging meteen aan de slag: hij paste de spelling in het woordenboek aan die van De Vries en Te Winkel aan, nam naar schatting een kleine 20.000 nieuwe trefwoorden op en vulde het woordenboek aan met behulp van het wetenschappelijke Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), waarvan in 1864 de eerste afleveringen begonnen te verschijnen en dat overigens pas in 1998 voltooid zou worden.

 

Het werken aan het woordenboek was Van Dale een last. Of, in zijn eigen woorden: ‘Het schrijven van een Woordenboek is een ondankbaar, een verdrietig werk. Is er veel, dat men heeft opgenomen of verbeterd, er is nog veel meer dat men vergeten heeft, dat de aandacht ontsnapt is en alzoo onverbeterd is gebleven.’ 

 

Bij zijn noeste arbeid liet Van Dale zich vanaf 1869 assisteren door zijn leerling Jan Manhave (1850-1927), en begin 1872 was het werk zo ver gevorderd dat de eerste helft van het woordenboek in vijf afleveringen kon verschijnen. Het woordenboek werd in een voor die tijd immense oplage gedrukt (10.000 exemplaren) en kon daarom tegen een lage prijs aan de man worden gebracht.

 

Van Dale zelf zou de voltooiing van zijn woordenboek niet meemaken. Hij werd vlak na de verschijning van de eerste afleveringen van zijn woordenboek ernstig ziek. Hij kreeg namelijk de pokken, destijds ook wel eufemistisch ‘de kinderziekte’ genoemd, en stierf op 19 mei 1872. Op dat moment was hij met zijn bewerking gevorderd tot de i-grec. Jan Manhave zou het werk voltooien, en pas in 1874 was het woordenboek helemaal af.

 

Had de uitgever het woordenboek in 1872 nog aangekondigd als een tweede druk van het woordenboek van Calisch en Calisch, toen het boek in 1874 zijn definitieve titelpagina kreeg, stond daar alleen de naam J.H. van Dale op. Aan die beslissing van de uitgever zullen we het wel te danken hebben dat het woordenboek nu de Dikke Van Dale heet en niet bijvoorbeeld de Dikke Calisch. 

 

Ton den Boon, hoofdredacteur Dikke Van Dale
  
Uit: Waarom staat kikkervet niet in de Dikke Van Dale? (Van Dale Uitgevers, 2015).


 Beeld: Borstbeeld van Johan Hendrik Van Dale op het Walplein in Sluis. Fotograaf: Glenn Pelupessy

Vorig artikel
Volgend artikel

Gerelateerde artikelen

Probeer nu direct en zonder verdere verplichtingen Van Dale Online professioneel voor een dag. U krijgt tijdelijk toegang tot onder andere: de Dikke Van Dale, Oxford Dictionary en de online woordenboeken Duits, Frans en Spaans. Klik hier om een proefabonnement Van Dale Online professioneel aan te vragen.