Hoe vernieuw je de Dikke Van Dale | Deel XIX: citaten toevoegen
In de Dikke Van Dale staan behalve gewone voorbeeldzinnen ook (literaire) citaten met een illustratieve functie. In oude edities van het woordenboek dienden zulke citaten vooral als ‘bewijsplaats’ van een woord in een bepaalde betekenis of toepassing, maar sinds de editie van 1992 worden vrijwel alleen nog citaten met een (enigszins) aforistische strekking toegevoegd die op een bijzondere manier het gebruik van een woord of uitdrukking illustreren.
Vaak zijn het literaire zinnen die onderdeel zijn geworden van het bezonken talige erfgoed, zoals «Van de maan af gezien, zijn we allen even groot.» van Multatuli, «De moerbeitoppen ruisten, God ging voorbij; neen, niet voorbij, hij toefde.» van Nicolaas Beets, «Ik ween om bloemen in de knop gebroken.» van Willem Kloos «Puinhopen zien en zingen van mooi weer.» van Martinus Nijhoff en «Alles van waarde is weerloos.» van Lucebert. Wat luchtiger van toon zijn exemplaren als «Dansen is de verticale uiting van een horizontaal verlangen.» van Simon Carmiggelt, «Kiespijn behoort tot de familie van de hele erge pijnen.» van Remco Campert, «Geluk is wat chemie in hersens, het verdwijnt.» van Stefan Hertmans en «Mooie meisjes duren niet lang.» van Luuk Gruwez. Zoals de laatste twee citaten duidelijk maken, zijn het niet alleen maar ‘klassieke’ zinnen uit de Nederlandse literatuur die in de Dikke Van Dale worden aangehaald. Als een zin maar een aforistische strekking heeft en/of op een treffende manier een woord(betekenis) illustreert, kan hij een functionele toevoeging zijn van de woordbeschrijving in de Dikke Van Dale.
Het aanvullen en bijwerken van de verzameling citaten in de Dikke Van Dale is geen aparte bewerking, maar de redacteuren hebben de vrijheid om zulke zinnen toe te voegen als zij ze tijdens het lezen aantreffen óf als ze er door informanten op worden geattendeerd.
Soms ziet een redacteur in de actualiteit een aanleiding om aandacht aan de citaten in Van Dale te besteden. Zo prikkelde het bericht dat dichter Hans Verhagen begin april was overleden mij te controleren of er citaten van hem in de Dikke Van Dale staan. Dat bleek niet het geval te zijn, wat opvallend is voor een dichter die ooit de P.C. Hooftprijs voor zijn poëzie heeft gekregen, te meer omdat Verhagen volgens zijn collega Remco Campert ‘met Lucebert de grootste moderne Nederlandse dichter’ is geweest. Omdat ik dankzij de coronalockdown opeens veel avonden thuis was, besloot ik de verzamelde gedichten van Hans Verhagen te herlezen, maar dan wel met een potlood in de hand.
Verhagens werk bevat mooie beelden, prachtig geformuleerde passages en mooie taalvondsten («de lekkerte des levens»), maar die zijn lang niet allemaal geschikt voor vermelding in het woordenboek. Wil een literair citaat een illustratieve functie in het woordenboek kunnen vervullen, dan moet het niet alleen aforistisch of anderszins verhelderend zijn, maar ook los van de context van het gedicht nog altijd begrijpelijk zijn.
Bij het herlezen van Verhagens verzamelde gedichten noteerde ik ongeveer twintig passages, waarvan er bij nader inzien slechts een handvol geschikt waren als illustratief citaat in het woordenboek. Zo werpt «Ik had geen last van de gedachte / aan de dood – en een gedachte, dat was alles wat het was, de dood.» een bijzonder licht op het fenomeen dood door dit niet te beschrijven als een toestand, maar ‘slechts’ als een gedachte. «Wie z’n hele leven stilstaat bij zijn dood / heeft van zijn geboorte iets niet helemaal begrepen.» was aanleiding om de formule ‘iets niet helemaal begrepen hebben’ in Van Dale na te lopen. Die formule bleek te ontbreken, en na de toevoeging daarvan kon dit aforistische citaat van Verhagen, waarin geboorte en dood mooi in één zin worden gecombineerd, meteen ook in het woordenboek worden vermeld.
De passsage «Met moederliefde kunnen jongens beter leven / dan meisjes met het vaderlijk gezag.» poneert een fascinerende tegenstelling tussen moederliefde en vaderlijk gezag en is daarom een waardevolle aanvulling bij het lemma moederliefde.
Een andere citeerbare passage van Hans Verhagen is: «Omdat alles anders is / kan alles wat de waarheid schijnt of erop lijkt / niets anders dan bedrog zijn.» De als een scheikundige formule ogende versregels «Onttrekken van donker aan schemer / resulteert in licht.» werpen een verrassend analytisch licht op het trefwoord schemer. En de passage «Wie het hevigst verlangt naar de ochtend / raakt als eerste verstrikt in de nacht.» is niet per se mooi, maar benoemt wel een universele waarheid. Ten slotte vind ik bij het lemma portret de versregel «Elk portret is tevens zelfportret.» mooi passen. Uiteindelijk besloot ik nog een laatste citaat op te nemen bij het lemma volmaaktheid: «Dit is de prijs die men betaalt voor zijn streven naar / volmaaktheid – / genoegen moeten nemen met iets wat erop lijkt.»
Het volmaakte woordenboek bestaat natuurlijk niet, maar misschien bestaat er wel iets wat daarop lijkt: een woordenboek waarin de gebruiker niet alleen iets over de spelling, de betekenis en het gebruik van woorden en uitdrukkingen kan vinden, maar waarin hij ook verrast wordt door citaten die hem of haar stof tot nadenken geven en/of inspiratie bieden.