Kerstmis, kerst en kerstfeest
Het is alweer bijna Kerstmis oftewel kerst. Nee, de vorige zin bevat geen spelfout. Er is namelijk een spellingregel die zegt dat we namen van feestdagen met een hoofdletter moeten schrijven, maar dat informele benamingen voor zulke feesten juist een kleine letter krijgen. Het is dus enerzijds 'Kerstmis' en anderzijds 'kerst'. Dat staat natuurlijk raar als je beide woorden binnen één en dezelfde tekst of zelfs zin gebruikt. In dat geval kan een beetje burgerlijke ongehoorzaamheid geen kwaad en kun je beter ook maar 'Kerst' schrijven. Dat is wel zo consequent.
Ook 'kerstfeest' is blijkbaar een informele aanduiding, want ook dat moet volgens de officiële spelling met kleine letter. Toch wil je liever niet de mensen de kost geven die 'kerstfeest' zeggen als ze 'Kerstmis' bedoelen. Enfin.
Ook samenstellingen met een feestdag schrijf je met kleine letter, zegt de regel. Het is dus 'kerstboom' en 'kerstlied'. Dat valt te begrijpen. Maar het is ook 'eerste kerstdag' en 'tweede kerstdag'. Natuurlijk, 'kerstdag' is een samenstelling. Maar je zou ook kunnen redeneren dat 'eerste kerstdag' de naam van de feestdag is die we vieren op 25 december en dat hoofdletters hier dus op hun plaats zouden zijn.
Kortom, misschien moet de Nederlandse Taalunie nog eens kritisch naar deze spellingregel kijken. Maar niet nu. Eerst gaan we kerstfeest vieren, met kleine of met grote letter. Van Dale wenst u goede dagen.
Theo de Boer, auteur van het Van Dale Taalhandboek Nederlands