De taalfout van het jaar?
Elk najaar organiseert Van Dale de Woord van het Jaar-verkiezing. In 2013 viel die eer te beurt aan 'selfie', dat inmiddels al niet meer weg te denken is uit onze taal.
We zijn positief ingesteld bij Van Dale, dus een Taalfout van het Jaar-verkiezing zullen we niet snel organiseren. Al maken ook wij ons natuurlijk af en toe ook graag vrolijk over de hilarische verschrijvingen zoals je die kunt aantreffen op de site taalvoutjes.nl. Zo zijn we dan ook wel weer.
Maar áls je een serieuze taalfout zou moeten aanwijzen die in 2014 sterk in opmars was, dan zou de keuze kunnen vallen op het foutief gebruik van 'het'. De Volkskrant van 3 mei 2014: 'De CDA-regering van Lubbers kan zeker worden verweten dat het weinig deed tegen de apartheid'. Dezelfde krant een dag eerder: 'Onder Tomasson behaalde de club slechts acht punten en zakte het naar de laatste plaats.' En nog weer een dag eerder: 'Ik hoop dat de sport zich herstelt van de klap die het kreeg van de generatie Erik Zabel en Jan Ullrich.'
Sommigen herkennen de fout al niet eens meer, maar u natuurlijk wel. Het persoonlijk voornaamwoord 'het' kun je alleen gebruiken door te verwijzen naar onzijdige woorden. Maar in de bovenstaande voorbeelden gaat het respectievelijk over 'de regering', 'de club' en 'de sport'. Dat zijn geen het-woorden, maar de-woorden. Daarnaar kun je verwijzen met woorden als 'hij', 'zij' of 'deze', maar niet met 'het'. Deze fout is erg hardnekkig. Zou het nog uit te roeien zijn?