Er stonden een paar schoenen of Er stond een paar schoenen?

Dat hangt van de betekenis af. Als het gaat om twee bij elkaar horende schoenen gebruik je het enkelvoud, bij enkele willekeurige schoenen het meervoud.

Het werkwoord in de zin richt zich qua getal altijd naar het onderwerp. Als het onderwerp meerwoordig is, bepaalt het belangrijkste woord daaruit of we enkelvoud of meervoud gebruiken. Maar wat is het belangrijkste woord van een paar schoenen?

Als het gaat om twee schoenen die bij elkaar horen, is paar de kern van het onderwerp en gebruiken we enkelvoud.

Op de gang stond voor de deur een paar schoenen.

Als het daarentegen om willekeurige schoenen gaat - je kunt 'een paar' dan vervangen door 'enkele' - is schoenen het belangrijkste woord en gebruik je het meervoud.

Er waren ook een paar schoenen op het strand aangespoeld.

In de praktijk betekent een paar vaak 'enkele', en is dus alleen het meervoud juist:

Er stonden een paar mensen bij de bushalte.

Die paar dagen leken wel eindeloos te duren.