Raadselachtige beeldspraak: daar is de wereld met kranten dichtgeplakt.
Het is een uitdrukking die niet zo heel bekend is: 'de wereld is er met kranten dichtgeplakt'. Deze zegswijze wordt gebruikt om er een streek mee te typeren waar weinig gebeurt, waar het een beetje een saaie bedoening is. Soms wordt het gezegd door Randstedelingen, als ze het over Noord-Nederland hebben: 'Voorbij Zwolle is de wereld met kranten dichtgeplakt'. 'Voorbij Zwolle' kun je natuurlijk op twee manieren uitleggen, al naargelang je perspectief, maar je hoort het noorderlingen nooit over de Randstad zeggen. Wel wordt de uitdrukking soms ook gebruikt voor andere gebieden aan de periferie.
Het is ook een rare uitdrukking. Hoe kun je nou de wereld met kranten dichtplakken? De ramen, dat zou nog gaan. Dit maakt nieuwsgierig naar de herkomst. Wie heeft deze vreemde beeldspraak bedacht en naar aanleiding waarvan?
Het probleem is: dat weten we niet. De meeste woordenboeken kennen de uitdrukking niet eens, laat staan dat ze ons iets over de herkomst kunnen vertellen. Er is wel gesuggereerd dat de uitdrukking zou zijn ontstaan naar aanleiding van de treinkapingen in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Passagiers van de gekaapte treinen werden toen gedwongen kranten voor de ramen te plakken, zodat de tegenpartij niet naar binnen kon kijken.
Helaas moet deze verklaring naar het rijk der fabelen worden verwezen. Dankzij de website delpher.nl kunnen we nagaan dat de zegswijze in elk geval veel ouder is dan 1975, het jaar van de eerste treinkaping. Op 22 oktober 1913 schrijft de Nieuwe Tilburgsche Courant: 'Toch behoeven we slechts een eenvoudig verkeersstatistiekje na te slaan, om ons gevoel van metropolist af te schudden en integendeel over ons Amsterdam te denken, als de Yankee denkt aan een of ander gat, met kranten dichtgeplakt. Wat zijn onze drie auto's [...] vergeleken bij de 1800 auto's, die per half uur Hyde-Park-Corner te Londen aandoen.'
Daarmee weten we nog steeds niet hoe de uitdrukking wél is ontstaan. Wie het weet, mag het zeggen.