Taal in 2015: Sjoemelsoftware
Halverwege september 2015 ging op de beurs in Frankfurt het aandeel Volkswagen opeens hard onderuit. De oorzaak was een schandaal met de milieuregels voor dieselauto’s. Volkswagen bleek namelijk moedwillig te hebben geknoeid met de registratie van de emissie van de verbrandingsmotoren in zijn dieselauto’s. Daardoor leken de VW’tjes veel minder slecht voor het milieu dan ze in werkelijkheid waren. Door de fraude stond de autowereld op z’n achterste benen, en Volkswagen moest dan ook wel eieren voor z’n geld kiezen: ‘Volkswagen haalt sjoemeldiesels uit de handel’, luidde op 21 september een tussenkop in de online-editie van de Volkskrant.
Op dezelfde dag maakte op de site van het Financieele Dagblad een nog veel mooiere samenstelling met het werkwoord sjoemelen zijn debuut: sjoemelsoftware. Onder de kop ‘Sjoemelsoftware stort VW in diepe crisis’ schreef redacteur Heiko Jessayan een artikel over de dieselfraude bij Volkswagen. De FD’er zou later aan Van Dale schrijven dat hij zich er niet van bewust was dat hij vermoedelijk de eerste gebruiker van sjoemelsoftware in het Nederlands was. Maar dat is niet zo gek: sjoemelsoftware kan een al dan niet bewuste ontlening zijn aan het Duits, waarin Schummelsoftware al sinds 2001 wordt aangetroffen. Maar nog waarschijnlijker is het dat de FD-redacteur het woord spontaan in het Nederlands heeft gevormd naar analogie van vergelijkbare samenstellingen.
Sjoemeldiesel en sjoemelsoftware passen namelijk in een taaltrend die een paar jaar geleden al is ingezet en die er de laatste tijd toe geleid heeft dat sjoemelen in de betekenis ‘frauderen’ een productief eerste woorddeel in samenstellingen is geworden. Zo konden we vóór 21 september 2015 al woorden als sjoemelwetenschap, sjoemelprofessor, sjoemelseks, sjoemelwijn en sjoemelboek in de krant signaleren. Sjoemelen blijkt vooral populair te zijn in samenstellingen die op een of andere wijze te maken hebben met duurzaamheid, het milieu en de hang naar schone energie. Althans dat suggereren al langer bestaande woorden als sjoemelelektriciteit en sjoemelenergie. De sjoemelsoftware in de VW-dieseltjes sluit mooi aan bij deze trend.
Sjoemelen is trouwens nog niet zo’n heel oud Nederlands woord; het komt volgens het Chronologisch woordenboek pas sinds 1971 voor in onze taal. Er zijn echter zelfs al vindplaatsen van het woord in de jaren dertig van de 20e eeuw te vinden. Waarschijnlijk is sjoemelen – net als het merk Volkswagen – vanuit het oosten de Nederlandse grens gepasseerd: sjoemelen is namelijk ontleend aan het Duitse werkwoord schummeln, dat onder meer ‘iets stilletjes wegwerken’ of ‘bedrog plegen’ betekent.
Nog geen maand nadat sjoemelsoftware zijn debuut maakte in de Nederlandse taal was het woord al volkomen ingeburgerd. Ook andere merken uit de Volkswagen-stal, zoals Audi en Skoda, kwamen onder verdenking te liggen, en milieuactivisten eisten onderzoek naar andere automerken die zogenaamd milieuvriendelijke dieselauto’s produceren. Sjoemelsoftware werd zelfs in verband gebracht met heel andere apparaten, zoals smartphones, waarvan het energieverbruik misschien wel veel hoger is dan de fabrikant de consument wil doen geloven. Geen wonder dus dat bezoekers van het Onze Taal-congres in november 2015 sjoemelsoftware uitriepen tot Woord van het Jaar en dat het in december 2015 werd verkozen tot het Van Dale Woord van het Jaar (in Nederland).
Dit is een artikel uit het boek Taal in 2015.
Ton den Boon studeerde Nederlands en Algemene Literatuurwetenschap. Sindsdien is hij werkzaam als woordenboekmaker (Nederlands hoofdredacteur van de Dikke Van Dale) en schrijver van boeken over taal, kunst en literatuur. Bovendien schrijft hij een taalcolumn in Trouw en verzorgt hij het Woord van de Week in het radioprogramma De Taalstaat van Frits Spits.