Verhalen over taal: De relatie tussen twee heren van stand

Van Dale Uitgevers en het Nederlands Bijbelgenootschap. Twee organisaties van naam, eerbiedwaardige instituten met een lange geschiedenis. In 2014 bestonden ze respectievelijk 150 en 200 jaar. Maar deze feiten vormen niet het enige verband tussen de twee. Ze gaan beide over het woord/het Woord: taal is hun corebusiness.

Van Dale leeft van taal door betekenissen van woorden te ontsluiten, voor allerlei doelgroepen, in allerlei talen. Vanaf het allereerste woordenboek uit 1864 tot Mijn Eerste Van Dale uit 2004 (een voorleeswoordenboek voor peuters). Het Nederlands Bijbelgenootschap is expert op het gebied van het vertalen van de Bijbel. Grote vertaalprojecten waren: de NBG-vertaling uit 1951, de Groot Nieuws Bijbel uit 1983, de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 en de Bijbel in Gewone Taal (2014), een vertaling van de complete Bijbel in eenvoudig Nederlands.

En er is meer. Beide organisaties hebben elkaar beïnvloed, en beïnvloeden elkaar nog steeds. Bijbelvertalers kunnen niet zonder het woordenboek (en dat is in Nederland synoniem met Van Dale). Ze gebruiken woordenboeken om de betekenis, spelling e.d. van een woord te controleren: Hoe schrijf je: ‘te(n) alle(n) tijde(n)’? Heeft ingewanden ook een enkelvoud? En Bijbellezers zoeken woorden op die ze niet kennen: eunuch, mirte. Lexicografen beschrijven de taalsituatie die ze in geschriften en in spreektaal aantreffen. De Bijbel is een rijke bron van taal, en de Grote Van Dale is een bewaarplaats van woorden, spreekwoorden en zegswijzen die aan de Bijbel en Bijbelvertalingen zijn ontleend. Neem een woord als lankmoedig, of een uitdrukking als paarlen voor de zwijnen werpen. Wie kent hun betekenis nog? Het is goed dat al die prachtige Bijbelse woorden en uitdrukkingen nog ergens bewaard worden. Maar de tale Kanaäns beïnvloedt onze taal nog steeds, meer dan velen zich realiseren. In het voorjaar en de zomer van 2014 was er een tentoonstelling in het Catharijneconvent in Utrecht: ‘Thuis in de Bijbel’. Daar waren op een wand allerlei gewone uitdrukkingen te zien waarvan de meeste mensen niet (meer) weten dat ze uit de Bijbel komen: ‘er is niets nieuws onder de zon’ (Prediker 1:9), ‘door het oog van de naald’ (Matteüs 19:24), ‘iemand op handen dragen’ (Psalm 91:12), ‘zo moeder zo dochter’ (Ezechiël 16:44), ‘dat is een lust voor het oog’ (Genesis 3:6), ‘in zak en as zitten’ (Ester 4:1), enzovoort.*

De tijden veranderen. De Grote Van Dale, ooit een gezette heer in driedelig grijs, staat nu op een dun schijfje en een usb-stick. De Nieuwe Bijbelvertaling is verkrijgbaar als app. De statige heren transformeren naar vlotte jongeren en moderne volwassenen. En voor de Bijbel in Gewone Taal heeft de lezer geen Van Dale meer nodig. Er worden slechts zo’n 3300 voornamelijk hoogfrequente woorden in gebruikt.

Ten slotte nog een laatste link tussen de twee jubilarissen. Ik heb beide heren gediend: van 1982 tot 2006 was ik – met veel plezier – in dienst van Van Dale, en sinds 2008 werk ik bij het Nederlands Bijbelgenootschap. 

Dit is een bijdrage van Marja Verburg voor het jubileumboek Verhalen over taal – 150 jaar Van Dale.

Marja Verburg werkt bij het Nederlands Bijbelgenootschap, en is oud-redacteur van Van Dale.

* Meer uitdrukkingen zijn te vinden in Een lust voor het oog – Bijbelse uitdrukkingen die we dagelijks gebruiken door Ton den Boon.

Bestel ons jubileumboek Verhalen over taal - 150 jaar Van Dale nu via de Van Dale-webwinkel.

 

Verhalen over taal - 150 jaar Van Dale

Vorig artikel
Volgend artikel