Verhalen over taal: Eens burgemeester, blijft burgemeester
De burgemeester is vanaf de 1e editie van Van Dale (1864) in het woordenboek vertegenwoordigd. Dat is logisch want de functie van burgemeester bestond in 1864 allang, al heel lang zelfs, al was het een functie die een tijdlang door meer dan één persoon werd bekleed, waardoor men ook sprak van ‘burgemeesteren’ als meervoud van ‘burgemeester’. De informatie bij burgemeester was in de 1e editie van Van Dale nog wel beperkt.
burgemeester m. (-s), hoofd -, bestuurder eener gemeente (stad of dorp); (oudt.) romeinsch consul.
In de 2e editie (1874) kwam er het een en ander bij, onder andere de uitdrukking ‘ééns burgemeester, blijft burgemeester’, met als betekenisverklaring: ‘wie eenmaal het burgemeestersambt bekleed heeft, behoudt in het dagelijksch leven zijn leven lang den titel van burgemeester’. Mooi, zou je als burgemeester denken, maar er werd nog iets aan toegevoegd: ‘wie eens een slechten naam heeft, behoudt dien’. Twee edities later, in 1898, was van die betekenisverklaring zelfs alleen dat laatste over, dus ‘ééns burgemeester, blijft burgemeester’ betekende volgens Van Dale in 1898 alleen nog maar dat iemand die ooit een slechte naam had gekregen die slechte naam altijd behield. Een woordenboek verzint natuurlijk geen woorden en uitdrukkingen – althans hoogst zelden – en het verzint evenmin wat woorden en uitdrukkingen betekenen. Waarschijnlijk hebben burgemeesters op een zeker moment een slechte reputatie gekregen of was de hele beroepsgroep door een bepaald voorval met één burgemeester in een kwaad daglicht komen te staan, zodanig dat de beroepsgroep spreekwoordelijk werd. En die beroepsgroep bestond vroeger alleen uit mannen; de eerste vrouwelijke burgemeester kreeg Nederland pas in 1946. Het duurde tot aan de 7e editie van Van Dale, uit 1950, voordat de negatieve betekenisverklaring van ‘ééns burgemeester, blijft burgemeester’ veranderde in een neutrale: ‘wie eens een bepaalde plaats in de achting der mensen heeft (ten goede of ten kwade) behoudt die’. Nu was het dus niet meer uitsluitend verachting maar ook achting die de herinnering aan de burgemeester levend kon houden. De taal of de taalgemeenschap toonde zich hier duidelijk vergevingsgezind. Nadien is de neutrale omschrijving in Van Dale blijven staan.
Naast ‘ééns burgemeester, blijft burgemeester’ was in de 2e editie uit 1874 ook de samenstelling burgemeestersbuik nieuw: ‘een buik als een burgemeester; een dikke, zware buik’. Het woord was echter niet nieuw in het gangbare taalgebruik van die tijd. Het kwam bijvoorbeeld al voor in een aflevering uit 1840 van Pandora (‘lektuur voor den beschaafden stand’). De benaming burgemeestersbuik’ werd er ‘vreemd en ongehoord’ genoemd, en dan ‘ongehoord’ in de betekenis ‘onbehoorlijk’. Pandora schreef: ‘Zouden onze goede, niet steeds matige voorvaders daar niet tegen opkomen, als zij konden hooren, dat men hunne waardigheid tot zulk een prozaïsch spreekwoord gemaakt heeft?’
Een beroemde onmatige burger-voorvader was Jacob Boreel, die eind zeventiende eeuw enkele jaren burgemeester van Amsterdam was en een prominente rol speelde in het zogenoemde Aansprekersoproer, dat onder andere te maken had met een regeling om minder aansprekers te betalen voor het afkondigen van sterfgevallen. Hij was erg dik en moest bij het genoemde oproer door buren over een schutting gehesen worden om te ontkomen aan de volkswoede. Misschien dat Boreel en andere prominente weldoorvoede burgemeesters een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van het beeld van burgemeesters met een dikke buik. Of misschien dat de figuurlijke gewichtigheid van burgemeesters, onder andere uitgedragen via de zware burgemeestersketting, tot het beeld van een gezette burgemeester heeft geleid. Mogelijk zijn er ook nog (kinder)boeken geweest die aan het beeld van de dikke burgemeester hebben bijgedragen. Niet waarschijnlijk is dat burgemeestersbuik een vernoeming is geweest naar burgemeester Joost Sijbrantsz. Buyck, geboren in 1506, en veelvuldig (meer dan tien keer) voor korte tijd gekozen tot burgemeester van Amsterdam. Aanvankelijk was hij heel populair maar toen hij aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog de kant van de Spanjaarden koos en hard optrad tegen ‘ketters’, was het gedaan met die populariteit. In dat opzicht kan hij ook bijgedragen hebben aan de betekenis van de uitdrukking ‘ééns burgemeester, blijft burgemeester’, al is ook dat niet heel waarschijnlijk.
Waar het woord burgemeestersbuik ook vandaan gekomen mag zijn, het heeft altijd standgehouden. Het staat anno nu met precies dezelfde omschrijving als in 1874 in de 14e editie van Van Dale uit 2005: ‘een dikke, zware buik’.
Het dik-zijn kleeft blijkbaar aan burgemeesters, want in 1961 nam Van Dale ook nog burgemeestershals op, met de niet mis te verstane betekenisverklaring: ‘sterk gezwollen of abnormaal vette hals’. Dat woord en die omschrijving zijn sindsdien ook niet meer uit het woordenboek verdwenen. Zijn burgemeesters gemiddeld echt zoveel dikker dan mensen met een ander beroep? Volgens een onderzoek uit 2007 van Tom Dehaene, zoon van de Vlaamse (dikke) politicus Jean-Luc Dehaene, is of was dat in Vlaanderen in ieder geval wel zo. 59 procent van de Vlaamse burgemeesters had in 2007 een ongunstige BMI-score (BMI is body mass index, een maat die de verhouding aangeeft tussen leeftijd, lengte en gewicht). Een vergelijkend onderzoek onder burgemeesters in Nederland is er niet. Tom Dehaene noemde als oorzaak voor het grote aantal zwaarlijvige Vlaamse burgemeesters het zware bestaan van de burgemeesters: veel vergaderen, weinig bewegen en weinig tijd om goed te eten. Het zal ook niet voor niets zijn dat Van Dale sinds enkele edities de uitdrukking kent: ‘iets burgemeester maken’, met als betekenis: iets opdrinken of opeten. Maar misschien is de reactie van burgemeesters op dit alles nu: ‘Hoor wie het zegt!’ En ja, inderdaad, Van Dale heeft in de loop van de tijd een alom bekende bijnaam gekregen: Dikke Van Dale.
Dit is een van de vele ‘verhalen over taal’ uit het Van Dale-jubileumboek Verhalen over taal - 150 jaar Van Dale. Schrijver en taalkundige Wim Daniëls stelde deze feestelijke bundel samen ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de Dikke Van Dale.