Column: De bekoring van vreemde woorden
Soms hebben we ‘vreemde woorden’ nodig omdat er geen courant Nederlands alternatief beschikbaar is, maar vaak nemen we om een andere reden woorden uit vreemde talen over. Als we erg verbaasd zijn, gebruiken we bijvoorbeeld weleens flabbergasted in plaats van verbijsterd. Dat Engelse woord kun je met net iets meer pathos uitspreken. De aantrekkelijkheid van flabbergasted is dan ook vooral gelegen in de expressieve kwaliteiten van het woord.
We hebben flabbergasted dus niet zozeer nodig om een betekenis over te brengen, maar vooral om een gevoel tot uitdrukking te brengen. Als zo’n vreemdtalig woord vervolgens maar vaak genoeg in Nederlandse teksten wordt gebruikt, wordt het vanzelf als Engels leenwoord in de Nederlandse woordenschat opgenomen.
Een actueel voorbeeld van een Engels woord dat we om zijn betekenis niet nodig hebben, is dickpic. Daar zijn legio tegenhangers voor te bedenken: van fallusfoto tot penisplaatje. Toch geven taalgebruikers en media vooralsnog de voorkeur aan een van oorsprong Engels woord. Voor de een zal dickpic een stoerdere, althans minder lullige bijklank hebben dan bijvoorbeeld piemelfoto. Voor de ander is dickpic juist net wat verhullender dan het expliciete woord pikprent. Niet voor niets fungeren vreemde woorden soms als eufemismen.
Een vreemdtalig woord wordt gemakkelijker in het Nederlands opgenomen naarmate de uitspraak ervan beter overeenkomt met ons eigen klankstelsel. Dat verklaart mede de soepele integratie van dickpic in onze taal. Wat dat betreft heeft het Engelse woord gobbledygook, dat ik onlangs een paar keer in een Nederlandse krant van stand aantrof, het een stuk moeilijker. Het betekent zoiets als ‘het (overmatig) gebruik van moeilijke woorden, bijvoorbeeld om indruk te maken of anderen te overdonderen’. Gelukkig hebben we daar een goed Nederlands alternatief voor: verbaal geweld.
Ton den Boon, Nederlands hoofdredacteur van de Dikke Van Dale