Woord van de Dag: detourvakantie
Aan de vooravond van de vakantiebeurs duiken elk jaar wel een paar nieuwe of althans onbekende vakantiewoorden op in de krant. Zo schrijft De Telegraaf vandaag dat dé vakantietrend van dit jaar ‘tot jezelf komen’ is. Wijzelf hebben daar geen vakantie voor nodig, maar anderen blijkbaar wel: zij gaan dit jaar op microavontuur’ in eigen land, naar een hometel (een hotel dat voelt als thuis) op de hei of gewoon lekker op coconvakantie in een knus land.
Dé vakantie van dit jaar is echter de detourvakantie. ‘Weg van de massa’, legt De Telegraaf uit. Gelukkig laat de krant vakantiewatcher Tessa aan de Stegge aan het woord, die wat aanwijzingen over de betekenis van dit spiksplinternieuwe woord geeft:
De detourvakantie is volgens Aan de Stegge een reactie op massatoerisme met overvolle steden en stranden en urenlange wachttijden voor hoogtepunten. "We gaan dan liever weg van de gebaande paden”, stelt ze.
Detour is Engels voor een omleiding of omweg (zelfstandig naamwoord) of een omweg maken (werkwoord), dus afgaande op de herkomst van het woord zou je kunnen denken dat een detourvakantie een vakantie is waarbij je via een (bewust gekozen) omweg bij je bestemming aankomt. Maar we moeten het woord kennelijk met wat meer fantasie – figuurlijk dus – interpreteren. En dan betekent detourvakantie met wat goede wil een vakantie waarbij je niet naar de geijkte bestemmingen en de toeristische hotspots gaat. Maar ja, als iedereen dat doet …
Definitie
detourvakantie (de, -s) vakantie naar een rustige bestemming die niet populair is bij het grote publiek, gevormd met Engels detour (een omweg maken, bv. om iets (in casu een toeristische trekpleister) te omzeilen
Ton den Boon, hoofdredacteur Dikke Van Dale
Het Woord van de Dag (#WVDD) wordt mede mogelijk gemaakt door Taalbank.nl. Dit artikel is ook te vinden op de website van Taalbank.nl.