Zomerband en natuurgras
In het najaar gaan veel mensen naar hun garage om winterbanden te laten monteren. Dat is niet altijd zo geweest; het woord 'winterband' staat pas sinds 1992 in de Dikke van Dale. In Nederland zijn winterbanden een relatief nieuw verschijnsel, maar in Duitsland en veel andere landen zijn ze verplicht bij winterse omstandigheden.
Als de winterbanden zijn gemonteerd, mogen uw gewone banden zolang in het 'bandenhotel' slapen. Dat woord is zo nieuw dat het nog in geen enkel papieren woordenboek voorkomt. Alleen de digitale Van Dale kent het al. Maar: hoe heten die gewone banden? Vroeger hadden die geen naam. Dat was ook niet nodig. Maar nu steeds meer mensen winterbanden gebruiken, zijn we ze 'zomerbanden' gaan noemen. Nog zo'n recent woord dat alleen de digitale Van Dale kent.
Dit verschijnsel – er ontstaat een woord om iets te benoemen wat vroeger geen naam had – komt vaker voor. Sinds we e-mail kennen, hebben we het ook over 'fysieke post' of, oneerbiedig, 'slakkenpost'. De opkomst van het internetwinkelen heeft geleid tot het begrip 'stenen winkel'. En toen er steeds meer werd gesport op kunstgras, hebben romantische tegenstanders daarvan een nieuw begrip gemunt: 'natuurgras'. Dat voetbalt toch een stuk lekkerder.